Health Check

De Health Check is een testinstrument om risicofactoren in kaart te brengen op het gebied van voeding/gewicht, conditie/fysieke belastbaarheid en stress.

De HC kan op verschillende manieren worden ingezet:

  1. Individuele test in de fysiotherapiepraktijk
  2. Brede inzet in een bedrijf
  3. Voormeting – nameting bij uitgevoerde programma’s

De test kan volledig worden afgenomen (ongeveer 1 uur) of kan op maat gemaakt worden voor een opdrachtgever. Aan de hand van de resultaten van de check krijgt de medewerker een individueel verslag en advies en krijgt de werkgever een bedrijfsbrede managementrapportage.


De HC bevat een aantal onderdelen, vragenlijsten, testen en onderzoek.

Vragenlijsten

De vragenlijsten hebben betrekking op diverse onderdelen van de gezondheid.

  • De algehele gezondheid en de beleving hiervan
  • Vragen met betrekking tot de levensstijl en voedingskeuzes
  • Vragenlijsten met betrekking tot stress (de vragenlijst “mentale belasting en beleving” en “mentale strains”)

Testen

Waar de vragenlijsten voornamelijk een beeld geven van de subjectieve beleving van de werknemer geven de testen een objectief beeld van de belastbaarheid.

  • Conditietest; bij de conditietest wordt gevraagd om volgens protocol een bepaalde belasting uit te voeren. De rusthartslag , hartslag direct na belasting en hersteltijd geven een goede indruk van het conditiepeil. Naast deze redelijk snelle test is het mogelijk een uitgebreide (submaximale) conditietest uit te laten voeren.
  • Functionele belastbaarheid; middels twee VHM-testen (Vrijwillig Herhalings Maximum) wordt de functionele belastbaarheid getest. Het gaat om de testen “rugbuiging” en “armen voorwaarts heffen”. Daarnaast is het mogelijk om via een sneltest (max. knijpkracht) een indruk van de kracht te krijgen.

Onderzoeken

Waar de testen een relatie leggen tussen subjectieve beleving en objectieve bevindingen zijn de onderzoeken puur objectief. Samen met de testen en vragenlijsten wordt het beeld over de mogelijke gezondheidsrisico’s van de medewerker compleet.

  • Het opnemen van de bloeddruk
  • Het opnemen van de BMI (Body Mass Index); de BMI legt een relatie tussen geslacht, lengte en gewicht.
  • Meten van het vetpercentage
  • Meten van de buikomvang; uit onderzoek is gebleken dat vetophoping rond de buikregio meer gezondheidsrisico’s met zich meebrengt dan op andere plaatsen in het lichaam. Daarom wordt het meten van het vetpercentage gecombineerd met het meten van de buikomvang.